ARNHEM - Het OM eiste vandaag in de rechtbank in Arnhem een gevangenisstraf van 7 jaar en TBS met dwangverpleging tegen een 30-jarige verdachte uit Zoetermeer voor poging moord. Waarom de verdachte op 16 mei vorig jaar aan de Kinkkelenburglaan in Arnhem zijn ogenschijnlijk willekeurige slachtoffer neerschoot, bleef ook vandaag tijdens de zitting onduidelijk: “Er was geen enkele reden om het slachtoffer neer te schieten. Er is geen sprake van een afrekening, niet van een vergissing, er was gewoon geen enkele reden”, zei de officier van justitie tijdens het requisitoir.


Op klaarlichte dag beschoot de verdachte die meidag een vrouw die in de deuropening van haar woning stond. Ze raakte gewond aan haar arm, maar dat had volgens de officier van justitie heel anders kunnen aflopen. Volgens het slachtoffer stond de verdachte op zo’n twee meter afstand. “Als je van zo’n korte afstand met een vuurwapen op het bovenlichaam van een persoon schiet, dan heb je de opzet om iemand te willen doden”, betoogde de officier van justitie.

De verdachte stapte in een auto en vluchtte, maar werd een half uur na een melding bij de politie klemgereden op de A12 bij Veenendaal. Bij die aanhouding werd een vuurwapen gevonden met daarop zijn DNA. Uit onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut bleek dat de kogel die werd aangetroffen op het plaats delict hoogstwaarschijnlijk uit dat wapen kwam. Ook werden de verdachte en zijn auto herkend door het slachtoffer en diens echtgenoot, die getuige was van het incident.

Zijn motief blijft bovendien in het midden en dat rekent het Openbaar Ministerie de man zwaar aan: “De daad van deze verdachte is doodeng en we weten niet waarom hij het heeft gedaan. Hij had deze moeder van twee kinderen dood kunnen schieten.” De verdachte beriep zich bij de politie telkens op zijn zwijgrecht en heeft niet bekend of ontkend.