In april 2025 in Arnhem gedroeg de man zich tijdens een verjaardagsfeest verbaal en fysiek zeer agressief. Daarvan werden twee collega’s het slachtoffer. Hij bedreigde eerst een vrouwelijke collega verbaal. Vervolgens pakte hij een mes en bedreigde haar daarmee. Hierna maakte hij stekende bewegingen in de richting van een mannelijke collega. Dat niemand gewond raakte is niet aan de man te danken. De situatie moet voor de slachtoffers - maar ook voor de overige aanwezigen - zeer beangstigend zijn geweest.
Verzet bij aanhouding
Bij zijn aanhouding verzette de man zich en een agent raakte daarbij gewond. Agenten moeten onder normale omstandigheden hun werk kunnen doen zonder met dergelijk gedrag geconfronteerd te worden. Ook ging dit verzet gepaard met hevig geweld. Dit gebeurde in de openbare ruimte waar omstanders getuige waren. Ook hun gevoel van veiligheid werd hierdoor (verder) aangetast.
Vrijspraak poging doodslag
De rechtbank spreekt de man vrij van poging doodslag en poging zware mishandeling op de vrouwelijke collega, omdat niet voldoende duidelijk is van welke afstand en met hoeveel kracht de man stekende bewegingen maakte in haar richting. Wel vindt de rechtbank bedreiging van de vrouwelijke collega bewezen.
De rechtbank spreekt de man ook vrij van poging doodslag op de mannelijke collega, omdat onvoldoende vast staat op welke lichaamsdelen de man het mes richtte.
Wel vindt de rechtbank poging zware mishandeling bewezen. Volgens de rechtbank aanvaardde de man - door op deze wijze meerdere keren van korte afstand met een mes naar het lichaam te steken – de kans dat het slachtoffer zwaargewond zou kunnen raken.
Gevangenisstraf noodzakelijk
De rechtbank oordeelt dat de delicten zo ernstig zijn dat niet kan worden volstaan met een andere straf dan een vrijheidsstraf. Die valt wel lager uit dan de door de officier van justitie geëiste straf, omdat de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt.
Om de man ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw de fout in te gaan, legt de rechtbank een deel van de straf voorwaardelijk op. Voor dit voorwaardelijke strafdeel geldt een proeftijd van 3 jaar.
Verder legt de rechtbank ook een vrijheidsbeperkende maatregel op. Deze maatregel bestaat uit een contactverbod met de twee slachtoffers en een locatieverbod.