RHEDEN - De rechtbank spreekt een 69-jarige man uit Rheden vrij van ontucht met zijn stiefkleinkind. Volgens de rechtbank bevat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om tot een bewezenverklaring te komen. De man zou tussen 18 september 1996 en 17 september 1999 zijn stiefkleinkind seksueel misbruikt hebben.

De officier van justitie eiste een celstraf van 24 maanden. Volgens de officier verklaarde het stiefkleinkind namelijk consistent wat er toentertijd zou zijn gebeurd. Haar verklaringen zouden steun vinden in de verklaring van haar moeder. De man zou namelijk aan de moeder hebben toegegeven dat hij zich hieraan schuldig heeft gemaakt. Volgens de advocaat van de man klopte er niets van deze beschuldigingen en vroeg daarom om vrijspraak.

Onvoldoende bewijs
De rechtbank oordeelt dat er naast de verklaring van de vrouw een verklaring ontbreekt van een neutrale bron. Mede hierdoor kan de rechtbank op basis van het dossier niet tot een bewezenverklaring komen van de verdenkingen tegen de man. De rechtbank spreekt de man daarom vrij.

Schadevergoeding niet-ontvankelijk
De vrouw vorderde een schadevergoeding. Om de rechtbank de man vrijspreekt verklaart ze de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering. De vrouw krijgt dus geen schadevergoeding.