ARNHEM - Het Openbaar Ministerie (OM) Oost-Nederland heeft een celstraf van 5,5 jaar geëist tegen een 68-jarige man uit Arnhem. Ook wil het OM dat de man nog een openstaande voorwaardelijke gevangenisstraf van 912 dagen uitzit. Het OM verdenkt de man er van dat hij in de periode van 2007 tot en met 2018 in binnen- en buitenland een gewoonte heeft gemaakt van witwassen en daarnaast valsheid in geschrifte heeft gepleegd. Een 43-jarige vrouw uit Arnhem hoorde een straf van 2 jaar tegen zich eisen. Zij wordt verdacht van medeplegen van gewoontewitwassen en valsheid in geschrifte.

Het OM verdenkt de man ervan dat hij een bedrag van 2,2 miljoen euro aan crimineel vermogen heeft witgewassen in binnen- en buitenland. Dat gebeurde in de periode van 2007 tot in elk geval 6 maart 2018; het moment van de aanhouding van de man en vrouw. Daarnaast wordt hij, net als de vrouw, ervan verdacht tussen 2016 en 2018 een bedrag van ruim 413.000 euro te hebben witgewassen door met het geld meerdere horecagelegenheden aan de Korenmarkt in Arnhem te financieren, te verbouwen, en te exploiteren.


Ook wordt de man valsheid in geschrifte verweten in het kader van een klantonderzoek van zijn eigen bank, waarbij hij in strijd met de waarheid zou hebben geantwoord op de vraag wat de legale bron was van een aanzienlijk geldbedrag dat hij op zijn eigen rekening had gestort. Tot slot wordt de vrouw verweten dat zij zich meermalen schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrifte in het kader van een zogeheten BIBOB-procedure rond haar aanvragen voor exploitatievergunningen voor de horecagelegenheden.

In deze BIBOB-procedure, die moet voorkomen dat er crimineel geld wordt witgewassen, wordt aan diegene die om een drank- en exploitatievergunning verzoekt onder meer gevraagd aan te geven hoe de onderneming is gefinancierd, wie daarbij betrokken is en/of die verzoeker schulden heeft. Hierbij had de vrouw volgens de officier van justitie in strijd met de waarheid onder meer de financiering van de horecagelegenheden aan de Korenmarkt en de rol de exploitatie en zeggenschap van de man bij de horecaondernemingen verzwegen.

Volgens het OM is na onderzoek van de financiële administratie van de man duidelijk geworden dat 2,2 miljoen euro geen legale bron kan hebben. Zo is er door de man nooit aangifte gedaan van inkomsten of vermogen in binnen- of buitenland. Daarbij heeft de man een uitgebreid justitieel verleden; de man werd in 2003 de man veroordeeld tot 6 jaar cel voor harddrugsdelicten en in 2012 werd de man in Spanje opnieuw veroordeeld tot 7,5 jaar cel voor het smokkelen van 750 kilo harddrugs.

Een half jaar nadat de man in 2016 in Nederland het laatste deel van deze straf had uitgezeten, ontmoette hij de vrouw en vanaf dat moment hebben ze zich bezig gehouden met het opbouwen van een ‘horeca-imperium’ op de Korenmarkt, waarbij ze volgens de officier van justitie nog meer horecagelegenheden wilden gaan aankopen naast de vier zaken die reeds door hen waren overgenomen.

De verklaringen die de man heeft gegeven over de herkomst van zijn vermogen, acht het OM niet aannemelijk. Een onderdeel van de verklaring, bijvoorbeeld dat een deel van het geld afkomstig was uit de verkoop van onder meer twee boten en een auto, acht het OM zelfs feitelijk onjuist, aangezien de Spaanse autoriteiten onder meer één van deze boten en de bewuste sportauto verbeurd hadden verklaard. De andere boot bleek helemaal niet door de verdachte te zijn verkocht, en daarop heeft het OM ook beslag gelegd.

Het OM acht gevangenisstraffen van 5,5 jaar en 2 jaar passend, mede omdat er sprake zou zijn van zogeheten gewoontewitwassen. Dat is aan de orde als er stelselmatig over een langere periode crimineel geld wordt witgewassen. Gewoontewitwassen levert een zwaardere strafeis op in vergelijking met ‘gewoon’ witwassen. Het OM vordert bij de man een ontneming van 1,4 miljoen euro en bij de vrouw 431.000 euro: beiden moeten van de officier van justitie het criminele vermogen terugbetalen aan de staat.